Dziennik Cwaniaczka – 10 SEKUND Challenge – wersja niderlandzka

CEL GRY

Być pierwszym z graczy który okrąży plansze do gry, przekraczając pole Start/Finish! ROZGRYWKA: Najmłodszy z graczy rozpoczyna grę, następnie kontynuują gracze zgodnie z ruchem wskazówek zegara. Podczas swojej tury, rzucasz kością numeryczna - i przesuwasz swój pionek (zgodnie z ruchem wskazówek zegara) o tyle pól ile wypadło na kostce.

Pionki różnych graczy mogą stać na tym samym polu.

Po wykonaniu ruchu, pobierasz kartę z wierzchu stosika i czytasz wyzwanie na głos. Teraz zdecyduj czy podejmujesz się tego wyzwania - czy wymiękasz! Jeżeli nie podjąłeś się tego zadania, możesz je przekazać graczowi po twojej lewej stronie.

Ten gracz, albo akceptuje wyzwanie, albo przekazuje dalej w lewo. Jeżeli wyzwanie wróci do ciebie... MUSISZ je wykonać! KONIEC GRY / WYGRANA: Ostatnie cztery pola na planszy do gry, to pola “ZERO”.

Podczas swojej tury, na tych polach, nie rzucasz kostką numeryczną, tylko na każdym ciągniesz kartę ze stosika, dalej rozgrywka przebiega normalnie. Ruch do przodu wykonujesz wyłącznie jeżeli wykonałeś zadanie.

Pierwszy z graczy który osiągnie metę START/FINISZ - wygrywa grę!

ZAWARTOŚĆ: Plansza do gry, 6 pionków, 90 kart do gry, 3 kostki, klepsydra, instrukcja, piłka-zośka, naklejki

Een spel gebaseerd op de populaire boeken en films. De boeken en films gaan over Bram Botermans in wiens leven heel veel fout gaat. In het spel kan het ook erg mis lopen, maar niet als je veel weet en ook nog handig bent.

Je krijgt serieuze opdrachten, maar ook heerlijk melige. Bijvoorbeeld: Twee spelers moeten zich aan elkaar voorstellen zonder te lachen. Je verzint zelf een gekke naam: “Aangenaam Beau ter Ham” of “Anna Nas” en maakt er rare geluiden bij en trekt grimassen. Houd dan je lachen maar eens in . Het kan ook dat je een kinderliedje moet zingen. Serieuzer wordt het als je met de dobbelstenen en de bal op je hoofd door je knieën moet zakken en voor de categoriekaarten moet je bijvoorbeeld 8 leraren, ijssoorten of hondenrassen kunnen noemen.

Het speelbord vertelt je wat je moet doen en als je snel vooruit gaat, wordt je leven niet dat van een loser, maar van een glorieuze winnaar.

In de doos vind je: een speelbord, 6 pionnen, 90 opdrachtkaarten, 3 dobbelstenen, een zandloper, een bal gevuld met bonen, stickers en natuurlijk de spelregels.

Zo speel je:

Je gooit de dobbelsteen, verplaatst je pion en het vakje waarop je landt, geeft aan wat je moet doen. Bijna altijd is een opdrachtkaartje pakken. Daarop staat een uitdaging. “Geen trek in?”, schuif ‘m door naar de buren. Als niemand hem wil, moet jij helaas. Soms doe je iets samen met een andere speler. Je scoort allebei of gaat samen ten onder. En als je een opdracht krijgt, die helemaal jouw ding is, dan zet je bonuspunten in. Wie het eerst het speelbord rond is, wint natuurlijk.

Het dagboek van een loser: in één hilarische avond word je een winnaar!